12 ‘T BUITENHOF

VARKENSPOOTJES
Op één van de gevonden bakstenen zijn pootafdrukken van een varken of een big te zien. Vlak voordat de steen gebakken werd heeft het dier eroverheen gelopen. Uit de looprichting van de afdruk blijkt dat het dier er in twee richtingen overheen heeft gelopen!

In ’t Buitenhof zijn in 2010 door archeologen veel bakstenen gevonden, lang werd gedacht dat hier een burcht had gestaan en uit archeologisch onderzoek moest gaan blijken waar deze had gestaan. Uiteindelijk is in ‘t Buitenhof geen
kasteel gevonden, maar bleken de bakstenen van een drie of viertal veld of loegenovens te komen. Hierin werden een groot aantal bakstenen gebakken. De combinatie van historische bronnen, geografische gegevens en de resultaten van het veldonderzoek maken het zeer aannemelijk dat dit ovens zijn waarin men in de 13de eeuw bakstenen heeft gebakken die zijn gebruikt voor de bouw van de westelijke en daarmee de vroegste burcht van Culemborg. Deze burcht is gebouwd door Hubrecht Schenk van Culenborch, de stichter van de stad.

Afb. Reconstructie van een veldoven. Dit is wel een veel groter exemplaar dan die in ‘t Buitenhof zijn gevonden. Bron: ACVU rapport ZAN 254, 2011

Veldovens komen in Nederland voor vanaf het midden van de 12de eeuw na Chr. De term veldoven is ontleed aan de wijze waarop de stenen gebakken worden. Dit is de zogenaamde ‘veldbrand’- methode. De constructie van deze ovens is eenvoudig. Wanneer men een geschikte, droge plek in het land had gevonden werden hier de gedroogde stenen in rijen op hun smalle lange kant opgestapeld. Soms lagen deze stenen op een rij van al gebakken stenen. Waarschijnlijk werd dit gedaan om te voorkomen dat de onderste laag van de te bakken stenen aan de ondergrond vast zou blijven zitten. Tussen de rijen, de zogenaamde stapelgangen, en aan de smalle buitenzijden werd een ruimte open gelaten. Door de stenen trapsgewijs te stapelen ontstond er een stookgang van ongeveer 60 tot 90 cm hoog. Vanaf hier werden de stenen ook boven de stookgangen geplaatst. De hoogte van de opgestapelde stenen bedroeg ongeveer 20 stenen. De stookgangen werden opgevuld met brandstof zoals turf of hout. De oven werd afgesloten met leem, grasplaggen of oudere bakstenen. In het dak liet men ruimtes open om de damp te kunnen laten ontsnappen. De muren werden vervolgens dichtgesmeerd met leem en het vuur werd aangestoken. Nadat de stenen gebakken en afgekoeld waren werd de oven ontmanteld en konden de gebakken stenen worden gebruikt.

Strikt genomen is het gebruik van de term ‘oven’ in dit geval eigenlijk misleidend omdat dit een gebouw impliceert. De hierboven beschreven constructiewijze maakt duidelijk dat dergelijke ovens tijdelijke gebruikt werden. Om deze reden worden veldovens in de literatuur ook wel ‘loze‘ of loegenoven genoemd. Hierbij is ‘loegen’ een verbastering van het woord ‘leugen’. Waarschijnlijk komt dit voort uit het feit dat dergelijke ovens strikt genomen geen ovens zijn omdat ze niet meerdere malen gebruikt kunnen worden.