2 LANXMEER

Deze stop brengt ons op de oudste plek van de archeologische vondstenwandeling. In de wijk Lanxmeer zijn vele archeologische onderzoeken gedaan voordat het gebied werd ingericht als woonwijk. Het riviertje De Meer slingert langs de oostkant van de wijk, vandaar de naam Lanxmeer.

Door de archeologische onderzoeken weten we dat op twee momenten in de geschiedenis mensen deze locatie hebben uitgekozen om te wonen en te werken omdat het op een gunstige en hoger gelegen plek lag in het landschap. En in de directe omgeving was stromend water te halen bij een nabijgelegen geul. De gevonden archeologische resten zijn aangeduid als ‘vindplaats B’ en is een archeologisch monument.

De opgraving en de vondst (en)
Het eerste moment van bewoning was zo’n vier eeuwen geleden in de Vroege Bronstijd (2000 – 1800 voor Chr.). Sporen hiervan zijn in 2003 door archeologen van het bedrijf ARC opgegraven en onderzocht. Tijdens dit onderzoek is een plek gevonden met brandresten van houtskool en as; de archeologen hadden een hele oude haardplaats gevonden. Hieromheen lagen stukjes aardewerk van een pot die versierd was met ronde stippelpuntjes (zie afb. hiernaast rechts). Een tweede pot was met een stempel versierd in horizontale lijnen (dmv een gewikkelde draad/touw). Dit soort aardewerk wordt ook wel wikkeldraad aardewerk genoemd. Op de scherven zaten geen brandresten dus ze zijn niet in het vuur geplaatst als kookpot. Aardewerk met een vergelijkbare versiering is onder andere aangetroffen op 2,5 uur loopafstand bij ‘De Bogen’ bij Meteren. Zouden de Vroege Bronstijd mensen uit Culemborg contact hebben gehad met de Vroege Bronstijd mensen uit Meteren?

Bovenste afb: Scherf van Wikkeldraad aardewerk, onderste afb: Scherf met puntindrukken, Bron: ARC rapport 97

De tweede bewoningsfase van deze locatie komt uit de Romeinse tijd. Aan het eind van de 1e eeuw en begin van de 2e eeuw na Chr. kiest men deze plek weer uit om te wonen. Op de locatie zijn veel greppels gevonden waarvan de onderzoekers denken dat ze diende als huisgreppels voor in de buurt gelegen huizen. De greppels zijn gebruikt om water af te voeren en als erfafscheiding. Ook werd er afval in de greppels gegooid.

Meloenkraal
In de greppel is een bijzondere faiencekraal gevonden, ook wel meloenkraal genoemd. Faience ontstaat door kwartszand te verhitten, vervolgens met water en een bindmiddel te mengen en daarbij soda en een kleurmiddel toe te voegen. Dan wordt het in een ronde mal gedraaid en daarna worden de streepjesversiering aangebracht. Het werd vermoedelijk in een werkplaats in Keulen gemaakt en kwam via handel naar onze streken toe. De kraal werd aan een snoer geregen en als armband of ketting gedragen als een soort amulet of als versiering aan bijvoorbeeld een harnas, zwaard of een paardenhoofdstel. Een bijzondere en persoonlijke vondst dus! Van wie zou dit sieraad zijn geweest; een vrouw of een jongen of misschien wel een soldaat?