3 Caetshage; Romeinen en ridders
U staat voor stadsboerderij Caetshage met daarachter op het grasveld gelegen een voormalig kasteelterrein. Bij de bouw in 2004 van de stadsboerderij en het graven van de sloot achter de boerderij hebben archeologen meegekeken wat er zoal in de grond aanwezig was. Er bleken Romeinse crematiegraven te zitten en een kasteelterrein uit de Volle (1000 – 1250 na Chr.) en Late Middeleeuwen (1250-1500 na Chr.).
De oudste resten die de archeologen ontdekt hebben komen uit de Romeinse tijd. Men heeft toen deze locatie gekozen om hun doden te begraven. Het grafveld is in gebruik geweest tussen het eind van de 1e eeuw en de 3e eeuw na Chr. De crematiegraven bestaan uit eenvoudige kuilen waarin crematieresten en grafgiften zoals aardewerken potten voor de overledenen zijn bijgezet. Het behoorde bij een nederzetting dat ergens in de buurt moet hebben gelegen. Er zijn 10 crematiegraven gevonden. Er is onderzoek gedaan naar de crematieresten om te achter halen hoe oud de overledenen waren. Dit verschilde van 3 à 4 jaar oud tot 40 – max 60 jaar oud. Het grafveld is verstoord geraakt door mensen die een aantal eeuwen later de plek weer verkozen om hun kasteel te bouwen. In de Volle middeleeuwen (1000 – 1250 na Chr.) heeft men hier een mottekasteel gebouwd met daaromheen twee grachten gegraven. Een mottekasteel bestaat uit een torenvormig versterkt bouwwerk op een door mensen aangelegde heuvel. De vroegste mottekastelen werden van hout gebouwd en later werd steen gebruikt. Dat is ook hier gebeurd op Caetshage. Het kasteel dat hier stond had vermoedelijk een vierkante of rechthoekige vorm en behoorde tot de heren van Kaets. Het kasteelterrein is gunstig gelegen ten zuiden van Culemborg, in een bocht van het riviertje de Meer.
De vondst(en)
Er zijn bij het onderzoek vele vondsten gedaan variërend van aardewerk (als grafgift zoals hierboven rechts weergegeven), botmateriaal van dieren, glas en metaal. Deze vondsten worden vaak gevonden bij nederzettingen.
Er zijn uit de laat middeleeuwse periode ook meer persoonlijke bezittingen gevonden zoals een pelgrimsinsigne. Zo’n insigne kreeg men als herkenningsteken of bewijs aan de ondernomen tocht. Voor deze locatie is echter een andere vondst geselecteerd; een verguld bronzen ornament met daarin afgebeeld een wapenschild (zie afb. onder), Bron: ARC rapport 109).
Waarschijnlijk was dit ornament een onderdeel van een kleding accessoire en wou de eigenaar (vermoedelijk de kasteelheer) daarmee zijn rijkdom en afkomst laten zien. De wapenschilden werden gebruikt als een soort embleem of logo waarmee je kon zien tot welke adellijke familie je behoorde. Dit embleem werd ook op andere herkenbare plaatsen zoals het schild, de helm en op vlaggen afgebeeld zodat men in een veldslag goed kon zien tot welke familie of groep je behoorde.
Leuk weetje; in de kapschuur van de stadsboerderij is de expositie ‘Tastbare Geschiedenis’ van Joost Vahl te zien. Hij heeft op de akkers en velden rondom de stadsboerderij allerlei archeologische
vondsten gedaan en hiervan zes kunstzinnige tegels/tableau’s gemaakt.