7 RIDDERSTRAAT DE KAPEL
Op deze locatie hebben archeologen van het bedrijf BAAC in 2013 onderzoek gedaan voordat er hier een verdiepte garage gebouwd zou worden. Bij het onderzoek zijn resten van de stadsmuur uit de 14e eeuw en afvalkuilen en een latrine (openbaar toilet) uit de 14e tot 17e eeuw gevonden. De afvalkuilen en een latrine hoorden bij de achtererven van de huizen aan de Ridderstraat. Opmerkelijk is dat de stadsmuur niet direct aansluit op het nog bestaande deel direct ten noordwesten van het plangebied. De onderzoekers hebben hiervoor geen verklaring gevonden.
De kapel bevindt zich in de zogenaamde ‘Papenhoek’ waar voor langere tijd katholieke gebouwen en woonhuizen van katholieke functionarissen stonden. In 1818 komt hier een seminarie (opleiding voor geestelijken). Door de snelle groei van het aantal leerlingen worden al snel omliggende panden bij het seminarie getrokken. Ook werden twee torens van de oude stadsmuur die in de tuin van het seminarie stonden in gebruik genomen. Deze stadsmuur uit de 14e eeuw heeft aan de oostzijde van het terrein dwars door het plangebied gelopen. In 1855 werd een groot deel van de bebouwing in de Papenhoek gesloopt om ruimte te maken voor een neoclassicistische kapel, deze maakte deel uit van het kleinseminarie en is tegelijk met het seminariegebouw neergezet. Op 10 december 1976 is het complex door een brand grotendeels verwoest en vervolgens gesloopt. De grote kapel kon wel gered worden en is aangemerkt als gemeentelijk monument (beschermd stadsgezicht). De kapel is na een lang en moeizaam herbestemmingstraject uiteindelijke omgebouwd tot luxe woningen.
De vondst
Tijdens het onderzoek zijn er vele vondsten gedaan waaronder een witte plooischotel. De schotel
heeft een breed geplooid reliëf en is onversierd en in tinglazuur uitgevoerd. Deze schotels komen in
17e-eeuwse oud-Nederlandse schilderijen vaak voor ter decoratie op de schouw van een haard of als
fruitschaal. De schaal wordt gedateerd tussen 1640-1700.