Hergebruik of verplaatsen van grond
Na een verbouwing of tuinaanleg heeft u soms grond over. Binnen uw eigen perceel mag u schone grond vrij hergebruiken. Maar u mag grond niet zomaar verplaatsen van uw locatie naar een andere locatie of andersom.
Regels hergebruik grond
Voor het hergebruik van grond gelden onder andere rijksregels. U vindt deze regels vanuit het Rijk op de website van het Informatiepunt Leefomgeving: Milieubelastende activiteit toepassen van grond of baggerspecie (paragraaf 3.2.26 Bal)
Bodemkwaliteitskaart
De gemeenten in regio Rivierland hebben gegevens over de bodem en de algemene kwaliteit daarvan vastgelegd in ‘bodemkwaliteitskaarten’. Bekijk de kaarten via grondverzetviewer Rivierenland.
Wilt u weten hoe u de grondverzetviewer Rivierenland gebruikt? Hier vindt u filmpjes met uitleg.
Wat moet ik doen als ik grond wil hergebruiken of verplaatsen?
U moet een melding doen als u grond gaat verplaatsen. Dit doet u via het Omgevingsloket. De regels voor het hergebruiken van grond vindt u op de website van Iplo.
Als het gaat om kleine partijen schone grond van minder dan 25 m3, dan hoeft u geen melding te doen. Wel moet u zich aan de regels houden. Op de digitale bodemkwaliteitskaart kunt u zien of u de grond mag verplaatsen.
U moet een melding doen als u grond (verontreiniging groter dan de Interventiewaarde ‘I’) wilt verwijderen/saneren. Dit is een zogenaamde Milieu Belastende Activiteit (MBA). U doet de melding via het Omgevingsloket. De regels voor de MBA graven in grond > I en MBA saneren vindt u op de website van Iplo.
Om ervoor te zorgen dat grondtransport makkelijker en goedkoper is in de regio Rivierenland, is hiervoor een speciaal beleid gemaakt. Dit beleid is vertaald in een kaart. Op basis van de kaart kunt u zien of grond van uw locatie naar een andere locatie gebracht mag worden. Vaak hoeft er door het gebruik van de kaart geen partijkeuring meer uitgevoerd te worden en is het voldoende om het vragenformulier in te vullen.
U vindt de bodemkwaliteitskaart via de grondverzetviewer Rivierenland.
De grondverzetviewer Rivierenland wijst zich vanzelf en u kunt gewoon de stappen doorlopen. Hierbij wordt gekeken naar de locatie waar grond vrij komt (op adres) en daarna wordt gekeken of de grond kan worden toegepast op een andere locatie. Mocht u toch gegevens hebben van de grond die vrijkomt, dan kunt u die ook toetsen.
Nee, er staan geen uitzonderingen in de grondverzetviewer. Dit is te complex om in de viewer op te nemen.
De meest voorkomende uitzonderingen gaan over:
- Wegbermen;
- Voormalige boomgaarden;
- PFAS (geen bovengrond, 0-50 cm-mv in ondergrond > 50 cm-mv toepassen).
Om het gebiedsspecifiek beleid toch wat toegankelijker te maken is in onderstaande figuur een stappenschema opgenomen met de afwegingen die gemaakt moeten worden bij het gebruik van de BKK van Rivierenland.
Met het vragenformulier wordt bepaald of de grond afkomstig is van een onverdachte locatie. Dit formulier moet u invullen en meesturen met de melding besluit bodemkwaliteit. Het formulier vindt u hier.
Voordat u de grond mag toepassen moet u een melding Toepassen doen. Dit doet u via het Omgevingsloket.
Alle stukken land die worden beschouwd als landbodem vallen onder de bodemkwaliteitskaart. Waterbodem is hiervan uitgezonderd. De grens tussen landbodem en waterbodem staat beschreven in de Nota Bodembeheer regio Rivierenland. Bij normale oevers loopt een waterbodem van insteek tot insteek, bij beschoeide oevers van beschoeiing tot beschoeiing. Zie ook onderstaande figuur.
Locaties die vallen onder een waterbodem beschouwen wij als verdacht. Voor waterbodems moet dan ook altijd een waterbodemonderzoek gedaan worden.
Dit is momenteel niet mogelijk. Deze mogelijkheid ontstaat alleen als de bodemkwaliteitskaart van een aangrenzende gemeente door één of meerdere gemeentes uit onze regio wordt geaccepteerd als bewijsmiddel.
Boomgaarden en kassen zijn verdacht op het voorkomen van Organochloor Bestrijdingsmiddelen (OCB’s). Wij beschouwen boomgaarden uit de periode 1945-2000 als verdacht op het voorkomen van OCB’s. Bestrijdingsmiddelen met OCB’s (zoals DDT en DDE) zijn voornamelijk in de periode 1945 t/m 1980 gebruikt. OCB’s zijn in 1978 in Europa verboden, maar pas in 2001 wereldwijd verboden. Daarnaast was er sprake van een overgangsperiode, waarin voorraden nog werden opgebruikt.
OCB’s komen in sterk wisselende gehaltes in de bovengrond van voormalige boomgaarden voor, ook tot boven de interventiewaarde. Om te bepalen of de concentraties aan OCB’s (Organochloorbestrijdingsmiddelen) voldoen aan de Lokale Maximale waarden (LMW) voor OCB’s en om te voorkomen dat ernstig verontreinigde grond wordt verspreid, moet onderzoek worden uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat uit het onderzoeken van de bovenste 50 cm volgens de NEN 5740 (strategie: “diffuse verontreiniging met heterogeen verdeelde verontreinigde stof op schaal van monsterneming”). Hierbij moet de grond in ieder geval op OCB’s worden onderzocht. Tijdens het onderzoek moeten alle verdachte stoffen worden onderzocht. Als de concentraties voldoen aan de LMW’s (< Interventiewaarde) kan de grond worden verplaatst naar een andere voormalige boomgaard.
Voor grondverzet van (voormalige) boomgaarden dient het gehalte aan OCB’s te worden vastgesteld als aanvullend bewijsmiddel. Dit moet in de vorm van een verkennend bodemonderzoek. U dient hiervoor een gecertificeerd bodemadviesbureau in te schakelen. Deze adviesbureaus kunnen u adviseren over het uit te voeren onderzoek.
Als er geen toepassingslocaties zijn op voormalige boomgaardpercelen kan de grond mogelijk worden toegepast in gebieden waar de bodemkwaliteit mag verslechteren tot klasse Wonen of Industrie. De resultaten van het bodemonderzoek naar OCB’s moeten dan indicatief worden getoetst aan het Besluit bodemkwaliteit. Hierbij kan het zijn dat als de OCB’s op basis van een indicatieve toetsing van de resultaten van het bodemonderzoek bijvoorbeeld voldoen aan de kwaliteitsklasse Wonen. Deze grond zou dan op een perceel kunnen worden toegepast van minimaal kwaliteitsklasse Wonen (zie ook de toepassingskaart).
De grond kan ook toegepast worden in een GBT maar daarvoor is wel een partijkkeuring nodig.
Om een eventuele invloed van PFAS op de grondwaterkwaliteit in kwetsbare gebieden en op de drinkwaterkwaliteit te minimaliseren, heeft de provincie Gelderland extra voorwaarden gesteld aan het toepassen van grond binnen een grondwaterbeschermings- en waterwingebied.
Wellicht kan hier meer worden gedaan met tijdelijke opslag (tot 3 jaar), waarna een partij binnen 3 jaar moet zijn toegepast op een locatie. Zo kunnen enkele partijen op een locatie gecombineerd worden toegepast. Dus eerst tijdelijk opslaan (per partij wel in een apart depot) en dan later pas toepassen op een locatie waar meer grond nodig is. Omdat bij de opslag van meerdere partijen grond op één locatie in feite sprake kan zijn van een grondbank, adviseren wij om hierover in overleg te gaan met ons team bodemtoezicht.
Ja. Meestal is grond uit de bovengrond viezer dan de grond uit de ondergrond. Deze verschillende grondlagen moeten gescheiden van elkaar blijven. Als u dieper dan 50 cm graaft, dan moet u de grond uit deze bovenste laag apart houden en weer terugleggen in de bovengrond.
Voor alle locaties waar sprake is van een gevoelig gebruik geldt een aanvullende toepassingseis, waarbij het gemeten loodgehalte niet hoger mag zijn dan 100 mg/kg.
Gebieden met gevoelig bodemgebruik zijn gebieden waar regelmatig kinderen spelen:
- Onverharde kinderspeelplaatsen;
- Tuinen bij woningen;
- Intensief gebruikte plantsoenen en parken;
- Recreatieterreinen.
Lood in de bodem kan risico’s opleveren voor jonge kinderen. De GGD Gelderland Zuid adviseert in gebieden waar kinderen regelmatig spelen geen grond toe te passen met een gemeten loodgehalte hoger dan 90 mg/kg.
In de nota is gekozen voor een gehalte hoger dan 100 mg/kg, omdat dit overeenkomt met het gehalte dat maximaal in grond van Aw-kwaliteit kan voorkomen.
Door de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het gebiedspecifieke beleid vervallen en is de aanvullende toepassingseis alleen een advies.
Voorbeelden om de verspreiding van Duizendknoop te beperken zijn bijvoorbeeld waarneming vastleggen (waarneming.nl), maar ook:
- Gebieden waarin Duizendknoop voorkomt beter in kaart brengen;
- Gemeenten moeten bij grondverkoop beter letten op het risico van Duizendknoop en zo nodig aan bronbestrijding doen;
- NS is grondeigenaar van de meeste gebieden met Duizendknoop en moet daar dus ook aan bronbestrijding doen.
- Inzet van ecologische detectiehonden bij grondverzet.