PFAS als Zeer Zorgwekkende Stof

Sinds november 2024 staan in Nederland alle PFAS op de lijst met Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Wat betekent dat voor bedrijven, omwonenden en de leefomgeving?

Doordat alle PFAS nu “ZZS” zijn, krijgen we beter inzicht in hoe en waar deze stoffen nu precies in onze omgeving belanden. Ook zijn bedrijven nu verplicht zo min mogelijk PFAS te gebruiken of te verwerken, en als het even kan helemaal te vermijden.

Wat zijn PFAS?

PFAS is niet één stof, maar een grote familie van vrijwel onverwoestbare chemische verbindingen: de per- en polyfluoralkylstoffen. PFAS zijn bijvoorbeeld buitengewoon goed bestand tegen hitte of vocht, waardoor ze ideaal zijn voor toepassingen in bijvoorbeeld pannen (antiaanbaklagen), verf, make-up, smeermiddelen, elektronica, medische instrumenten en brandblussers.

Het leken wondermiddelen, totdat duidelijk werd dat deze door mensen gemaakte ‘superstoffen’ niet uit zichzelf zullen afbreken. Zodra ze in het milieu belanden, tijdens het productieproces of vanuit de vuilstort, blijven ze daar in principe voor eeuwig.

Kan het kwaad?

Omdat bedrijven steeds meer PFAS maken, belanden er ook steeds meer van die stoffen in het milieu. Er zijn inmiddels al duizenden verschillende soorten PFAS, met allemaal verschillende eigenschappen, maar in ieder geval één overeenkomst: we komen er nauwelijks meer vanaf. Erger nog: ze hopen zich op, in zeeschuim, in planten, in dieren en ook in ons lichaam.

Over de gevolgen daarvan is nog veel onduidelijk. Sommige PFAS lijken weinig kwaad te doen. Andere kunnen allerlei ziektes en afwijkingen veroorzaken. Over één ding is vrijwel iedereen het eens: deze stoffen horen niet in het milieu. Omdat ze niet uit zichzelf verdwijnen en opruimen heel moeilijk en duur is, willen we zo veel mogelijk voorkomen dat PFAS in het milieu terechtkomen. Daar is maar één echte oplossing voor: PFAS helemaal verbieden.

Verbod op PFAS?

Daarom heeft Nederland, samen met Zweden, Noorwegen, Denemarken en Duitsland een ‘restrictievoorstel’ ingediend, waarmee productie, gebruik, verkoop en import van PFAS in Europa uiteindelijk verboden moet worden. Dat voorstel werd in februari 2023 gepubliceerd door ECHA (de European Chemicals Agency).

Op dit moment wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de haalbaarheid en de redelijkheid van dat voorstel. Na een inspraakronde komt ECHA met een advies waarop de Europese Commissie een definitief voorstel zal baseren. Daar mogen alle lidstaten dan over stemmen, en daarna treedt het verbod, als het wordt aangenomen, in werking.

PFAS als ZZS

Dat verbod kan dus nog wel even duren. Ondertussen komen nog steeds iedere dag meer PFAS in het milieu terecht. In afwachting van het verbod zijn alle PFAS inmiddels wel al op de lijst met Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) geplaatst, wat de betrokken landen in elk geval al wat meer middelen geeft om de stroom PFAS in te dammen.

Een aantal soorten PFAS is al eerder op die lijst geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan PFOS en PFOA, de soorten die onder andere via blusschuim op veel plaatsen in de bodem zijn beland. Die twee aantoonbaar schadelijke stoffen mogen nu al in de EU alleen nog maar worden gemaakt en gebruikt voor heel specifieke toepassingen en omstandigheden, als er echt geen geschikt alternatief voor beschikbaar is.

Wat betekent die ZZS-status?

Als stoffen tot ZZS worden verklaard, heeft dat gevolgen. In het Besluit activiteiten leefomgeving (het Bal, dat onderdeel is van de Omgevingswet) is een zorgplicht opgenomen. Die zorgplicht zegt onder meer dat bedrijven verplicht zijn lozingen en uitstoot van ZZS naar lucht en water te vermijden. Als het echt niet anders kan, zijn die bedrijven in elk geval verplicht die emissies zo veel mogelijk te beperken (de zogenaamde ‘minimalisatieplicht’).

In principe hebben bedrijven altijd zelf de verantwoordelijkheid om zicht te houden op hun uitstoot en onwenselijke emissies zo veel mogelijk te vermijden of te beperken. Grote bedrijven zijn daarnaast ook verplicht iedere vijf jaar een plan in te leveren waarin staat wat ze gaan doen om de uitstoot van ZZS te stoppen of te verlagen. Dat plan heet een vermijdings- en reductieprogramma (VRP) en is onderdeel van de informatieplicht. Deze informatie geeft meer inzicht in de mogelijkheden om de uitstoot van PFAS terug te brengen.

Wat doen de omgevingsdiensten?

Een VRP alleen is natuurlijk niet voldoende. Bedrijven moeten ook echt proberen de uitstoot van ZZS te vermijden en te verkleinen. Daarom houden de omgevingsdiensten, in opdracht van de betrokken provincie of gemeente als ‘bevoegd gezag’, toezicht op de actualiteit en de voortgang van de VRP’s.

Als de bedrijven niet serieus werk maken van hun VRP, kan een omgevingsdienst ze dwingen maatregelen en technieken in hun VRP op te nemen en met een serieus plan van aanpak te komen. Daarbij kan de dienst gebruikmaken van waarschuwingen, dwangsommen en in het uiterste geval zelfs bestuursdwang.

En de PFAS die er al is?

Voor veel plaatsen waar nu al PFAS worden aangetroffen, zoals de bodem rondom Schiphol, heeft het feit dat alle PFAS nu ZZS zijn waarschijnlijk weinig gevolgen. De meest zorgwekkende soorten PFAS die we nu al veel in het milieu tegenkomen staan namelijk al langer op de ZZS-lijst. Deze vervuiling wordt daarom al zo veel mogelijk aangepakt. Het maakt dan meestal geen verschil als er daarnaast ook nog andere soorten PFAS in die grond zouden zitten, zelfs al worden die nu ook ZZS genoemd.

Dat alle PFAS nu ZZS zijn, heeft vooral gevolgen voor grote of gespecialiseerde bedrijven. Kleine ondernemers en particulieren zullen er weinig van merken. Zolang er producten met PFAS op de markt zijn, mogen fietsenmakers gewoon kettingen blijven smeren met teflon, en ook regenjassen, pannen en make-up met PFAS erin mag je kopen en gebruiken. Wel is de hoop en verwachting dat het aantal producten waarin PFAS zit door deze wijziging langzaamaan zal teruglopen. Maar de grootste verandering gaan we waarschijnlijk pas zien als alle PFAS in Europa verboden worden. De omgevingsdiensten steunen dat verbod van harte.